Kennis

Vluchtroutebeveiliging die aan de norm voldoet

Bouwproductverordening en CE‑keurmerk

In heel Europa worden de kenmerken en functionaliteit van sluitsystemen van vluchtdeuren bepaald door de normen EN 179 voor nooddeursloten en EN 1125 voor anti-panieksluitingen. Deze EU-normen worden in alle lidstaten van de EU nu al gebruikt of in de toekomst ingevoerd. Dit betekent dat ze als landelijke normen van kracht worden en dat alle landelijke normen en voorschriften die hiermee in strijd zijn na een overgangsfase zullen worden ingetrokken. 

Op basis van het psychologische gedrag van mensen in panieksituaties en ervaringen met de ontwikkeling van vluchtwegen is de bescherming en veiligheid van mensen in noodsituaties het primaire doel van deze normen. In geval van nood moet er altijd een voorziening voor ontsnapping beschikbaar zijn om het leven en de gezondheid van mensen te beschermen. Toetsing aan de norm waarborgt niet alleen functionaliteit wat betreft veiligheid, maar ook wat betreft inbraak- en diefstalbeveiliging. Daarbij wordt het volledige sluitsysteem van de deur, bestaande uit slot, sluitplaat, cilinder, beslag en eventueel elektrische deuropener, gezamenlijk beproefd.

Vluchtdeuren moeten volgens de Duitse bouwproductverordening (BauPVO) 305/2011 worden voorzien van een CE-keurmerk. Op grond hiervan zijn fabrikanten van vluchtdeuren volgens EN 14351-1 verantwoordelijk voor dit CE‑kenmerk en moeten zij een externe controle ondergaan. Hiervoor zijn behalve de EG-conformiteitscertificaten en prestatieverklaringen ook het bewijs dat de afmetingen van de vrije openingen voldoen aan de eisen, vermelding van gegarandeerde eigenschappen en de montage- en onderhoudshandleidingen nodig. Conform de normen EN 179 en EN 1125 kunnen de componenten van een toegelaten vluchtdeursluitsysteem afzonderlijk worden geleverd. De installateur is verantwoordelijk voor de correcte combinatie en montage. Voor deurfabrikanten en eventuele beslagleveranciers geldt in dat geval een informatieplicht.

Paniek- of noodsituatie?

Op plekken waar grote groepen mensen samenkomen, bijvoorbeeld in een winkelcentrum, bioscoop of uitgaansgelegenheid moet iedereen in een panieksituatie, zonder voorafgaande kennis over de deuren, in staat zijn de sloten van de vluchtdeuren te vinden en zonder hulpmiddelen te openen. Anti-panieksluitingen zijn zo ontworpen dat ze altijd betrouwbaar werken en zelfs in de meest extreme situaties een vluchtweg bieden. 

Op werkplekken of in kleinere commerciële faciliteiten zal door het kleinere aantal aanwezigen meestal niet zo snel een panieksituatie ontstaan. In noodsituaties zijn de betrokken personen over het algemeen bekend met de deursituatie en kunnen ze dankzij oefeningen of plattegronden de nooduitgangen vinden en bedienen. 

Vluchtdeursloten

Vluchtdeuren zijn alle als zodanig gemarkeerde deuren op de route van vluchtwegen. Deze deuren moeten normaal gesproken in de vluchtrichting opengaan. Om ervoor te zorgen dat vluchtdeuren probleem- en risicoloos opengaan, moeten speciale vluchtdeursloten worden gebruikt. Niettemin moeten ze ook een betrouwbare inbraakbeveiliging bieden. Elektrisch aangestuurde vluchtdeursystemen beschikken om reden van inbraakbeveiliging over de mogelijkheid om de vluchtdeuren af te sluiten, mits er geen mensen aanwezig zijn in het gebouw. Speciaal voor dergelijke situaties beschikken elektrische vluchtdeursystemen over deze functie. FUHR-nachtschootsignaleringen kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt voor sluitcontrole en voor aansluiting op een alarminstallatie of een gebouwbeheersysteem.

Brand- en rookwerende deuren zijn bedoeld om te voorkomen dat vuur of rook van het ene brandcompartiment overslaat naar het andere. Deze deuren zijn voorzien van sloten die er bij stroomuitval voor zorgen dat de deur gesloten blijft. Alle deuren van het deursysteem moeten daarom verplicht een bewijs van geschiktheid als brand- en rookwerende deuren hebben; in het sluitsysteem moet een brandwerende uitvoering zijn geïntegreerd. 

Toepassing nooddeursloten volgens EN 179

Bij gebouwen waarbij geen rekening wordt gehouden met een panieksituatie is EN 179 van toepassing. De personen in deze omgeving zijn bekend met de situatie en weten hoe ze de vluchtdeuren moeten bedienen. Denk hierbij aan kantoren en garages. In dit geval kunnen kruk- of drukplaten worden gebruikt als bedieningselementen.

Toepassing anti-panieksluitingen volgens EN 1125

In openbare gebouwen, zoals winkelcentra, bioscopen of evenementenlocaties waar door het hoge bezoekersaantal panieksituaties kunnen ontstaan, is EN 1125 van toepassing. De personen in het gebouw weten niet waar zich de nooduitgangen bevinden en hoe ze de sloten moeten bedienen. De deur moet met behulp van horizontale grepen of duwstangen intuïtief kunnen worden geopend.

Voorschriften voor dubbele vluchtdeuren

Wanneer is een dubbele deur noodzakelijk?

Of dubbele vluchtdeuren nodig zijn, wordt volgens de wet bepaald door de bouwkundige omgeving en het aantal personen dat in geval van nood door de deur moet ontsnappen. Bij de planning en uitvoering van dubbele vluchtdeuren staat het geheel van de afzonderlijke componenten centraal. Alleen een correcte combinatie garandeert een veilige ontsnappingsvoorziening en voorkomt eventuele complicaties.

Bij dubbele vluchtdeuren moet in overeenstemming met de normen EN 179 en EN 1125 worden gecontroleerd of de deuren niet botsen of blokkeren als ze gelijktijdig worden geopend of als de passieve deur wordt geopend. Dit kan zich voordoen ter hoogte van de profielen, de slot-/sluitplaatsituatie of het beslag (anti-paniekstangen, krukken).

Controleer of het mogelijk is de deuren probleemloos te openen via het standaardsysteemprofiel met 5 mm schaduwvoeg of speciale paniekprofielen met een schaduwvoeg tot 11 mm. Dit geldt ook voor de draaipunten van de scharnieren en de breedte van de actieve en passieve deur. Deze zijn bepalend voor een probleemloze opening.

De meenemer

Een ander onderdeel dat aandacht verdient is de eventueel benodigde meenemer. Deze vervult twee essentiële functies met betrekking tot de openingsrichting en het openingsproces: 

  • Zorgt ervoor dat de passieve deur sneller draait, om te voorkomen dat beide deuren blokkeren.
  • Brengt de actieve deur in de benodigde openingsstand en garandeert zo dat de passieve deur in de juiste volgorde wordt gesloten.
Toon details

Paniekfuncties bij vluchtdeurvergrendelingen

Wisselfunctie E
– doorgaand krukgat

Toepassingsgebieden:
Buitendeuren die in principe niet zonder toestemming van buitenaf toegankelijk mogen zijn:
bijv. deuren naar verwarmingsruimtes, liftinstallaties, magazijnen, kantoorgebouwen, voordeuren in appartementencomplexen etc.

Beslag: 
Gevarenkant:
Kruk of anti-paniekstang
Buitenkant:
vaste knop of handgreep


Functie: 
Van binnenuit kan deur op elk moment worden geopend via het beslag. Van buitenaf kan de deur alleen worden geopend met een cilindersleutel

Omschakelfunctie B
– gedeeld krukgat 

Toepassingsgebieden:
Deuren die deel uitmaken van vluchtroutes, waarbij op bepaalde momenten via de kruk doorgang vanaf de buitenkant mogelijk moet zijn:
bijv. vluchtdeuren in administratieve gebouwen, kantoren, verzorgingshuizen, zij- en achterdeuren in hotels of scholen, etc.

Beslag: 
Gevarenkant:
Kruk of anti-paniekstang
Buitenkant:
Deurklink

Functie: 
Van binnenuit kan deur op elk moment worden geopend via het beslag. Het buitenbeslag kan met de cilindersleutel altijd worden gekoppeld of losgekoppeld, dus worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Bij het volmotorische slot multitronic 881GL zorgt de omschakelfunctie B1 via de dagschootfunctie van de besturing voor een vergelijkbare werking.

Doorgangsfunctie D
– gedeeld krukgat 

Toepassingsgebieden:
Deuren die deel uitmaken van vluchtroutes en nooduitgangen, waarbij op bepaalde momenten en na activering van de anti-paniekfunctie (bijv. voor reddingsdiensten) via de kruk doorgang vanaf de buitenkant mogelijk moet zijn:
bijv. vluchtdeuren in administratieve gebouwen, kantoren, verzorgingshuizen, zij- en achterdeuren in hotels of scholen, etc.

Beslag: 
Gevarenkant:
Kruk of anti-paniekstang
Buitenkant:
Deurklink

Functie: 
Van binnenuit kan deur op elk moment worden geopend via het beslag. Van buitenaf wordt de schoot bediend met de cilindersleutel. In onvergrendelde stand (doorgangsfunctie) of nadat de anti-paniekstang is gebruikt, kan de deur ook van buitenaf worden geopend via de kruk tot de deur weer is gesloten. 

Gecontroleerde schootvergrendeling

Bij sluitsystemen met de wisselfunctie E wordt ook vaak overdag een ongehinderde doorgang van beide zijden gewenst. Dit is mogelijk met de gecontroleerde schootvergrendeling. 

Houd er rekening mee dat deze functie niet is toegestaan voor brand- en rookwerende deuren.

Toon details

FUHR-sloten
Met de cilindersleutel worden alle sluitelementen ingetrokken en in deze stand vergrendeld.

autosafe 833P
autosafe 835P 


FUHR-motorsloten
De permanent open-functie wordt via de multifunctionele besturing geconfigureerd.

autotronic 834P
autotronic 836P
multitronic 881GL

Elektrische vluchtdeursystemen

Volgens EN 13637 kunnen elektrisch aangedreven vluchtdeursystemen een deel zijn van het beveiligingssysteem van een gebouw, dat elektrische sloten en besturingen omvat. Deze bieden een verhoogde betrouwbaarheid bij het controleren en besturen van vluchtdeuren. Om veiligheidsredenen is het noodzakelijk dat alle aanvullende functies, zoals een toegangscontrolesysteem, fail-safe worden uitgevoerd zodat deze bij een stroomstoring veilig open zijn.

Aansluiting van inbraakalarminstallaties of toegangscontrolesystemen, zoals een vingerscanner of codeklavier, op een elektrisch aangedreven paniekdeur- of nooduitgangslot conflicteert niet met de vluchtdeurfunctie. Het wordt sterk aanbevolen voor de installatie een erkend installatiebedrijf in te schakelen.